Door een ziekte of beperking van één van de partners kan de relatie veranderen. De relatie kan hechter worden, maar het omgekeerde komt ook voor. De zin in seks kan veranderen en er kunnen schuldgevoelens optreden. Het is van belang om samen een nieuwe balans te vinden.
Rolveranderingen
Als je door ziekte of beperking afhankelijk wordt van de zorg van je partner kan dit een frustrerend gevoel geven. De rollen in de relatie kunnen veranderen van minnaars naar verzorger en patiënt. Dit heeft vaak een negatieve invloed op het seksuele leven. Probeer situaties te scheppen waarbij de ‘zieke’ partner even geen ‘patiënt’ meer is. Het kan bijvoorbeeld helpen als bezoek van de wijkverpleegkundige af en toe ‘s avonds plaatsvindt, zodat je daarna als vrijers verder kunt gaan in plaats van als mantelzorger en patiënt. Je kunt je ook bijvoorbeeld door je partner (als verzorger) in bed laten helpen. Vraag deze dan om even weg te gaan om daarna terug te komen als je partner en minnaar. Laat vaste seksrollen los, zoals actief, passief en initiatiefnemer.
Schuldgevoel
Als je geconfronteerd wordt met een ziekte of beperking legt dit vaak druk op je relatie. Degene die ziek is voelt zich schuldig als hij of zij bijvoorbeeld een tijd geen seks wil of kan hebben, juist omdat de partner vaak ook al veel extra zorgtaken krijgt. Hoe begrijpelijk dit misschien ook is, deze schuldgevoelens zijn niet terecht. Je hebt immers niet zelf gekozen voor je ziekte. Schuldgevoelens kunnen bijdragen aan een sombere stemming, minder plezier in seks en relatieproblemen. Probeer daarom als deze gevoelens optreden hierover te praten met je partner. Dit kan al erg helpen.
Zoeken naar evenwicht
Door de ziekte kan de behoefte aan seksualiteit veranderen: de één wil nu meer dan de ander of de ziekte is de bekende druppel: er waren al sluimerende problemen, die door de ziekte versterkt worden. Als je ziek wordt kan je leven behoorlijk op zijn kop komen te staan. Dat heeft ook effect op je seksleven en hoeveel zin je hebt om te vrijen, bijvoorbeeld omdat je moet wennen aan de nieuwe situatie, je jezelf minder aantrekkelijk voelt, je lichaam niet meer zo functioneert als vroeger en je misschien moeite hebt dat je partner een verzorgende rol heeft en jij die van patiënt.
Soms ontstaan er ook problemen bij de partner als reactie op de aandoening. Die kunnen te maken hebben met zorgzaamheid, met angst (bijvoorbeeld voor een epileptische aanval), maar ook met solidariteit, onwennigheid of verdriet. Je partner kan ook een tijd minder zin hebben in seks. Vaak ontstaat er een nieuwe verhouding tussen partners, waarbij de een zorgt voor de ander. Dat kan opwinding en erotiek in de weg staan. Je partner kan ook bang zijn om klachten van de zieke partner juist te verergeren door seksueel contact en zich daarom inhouden.
Zoek samen naar een nieuw evenwicht en praat met elkaar over de veranderingen. Hoe is de situatie nu veranderd door de ziekte of beperking? Wat betekent dat voor jullie? Wat zou je anders willen? Kom je er samen niet uit, dan kan je ook hulp inschakelen van je huisarts of een seksuoloog.
Lees meer over het effect van ziekte op je seksleven.
Praten met je partner
Het is vaak lastig om over seks te praten. Soms speelt schaamte een rol, soms is het moeilijk om te verwoorden wat je voelt of wilt op seksueel gebied. Vaak voelt de zieke partner zich schuldig en voelt de gezonde partner zich bezwaard of is bang om de ander pijn te doen. Alleen door hier samen over te praten, kun je er achter komen wat de ander wel en niet fijn vindt. Communicatie is heel belangrijk. Help elkaar, laat weten wat je nodig hebt en prettig vindt. Dit kan met woorden, maar je kunt ook de hand van je partner pakken en wijzen wat je fijn vindt.
“Toen de behandeling voorbij was, werd duidelijk dat er wel dingen veranderd waren”
Oefeningen
Oefeningen die kunnen helpen bij het praten over seksualiteit met je partner: