Weten wat je fijn, leuk en lekker vindt, begint bij jezelf. Weet je van jezelf wat je fijn vindt? Wat vind je belangrijk en plezierig in je relatie? En tijdens de seks? En weet je dat van je partner? En weet hij/zij/die het van jou?
Vaak denken mensen dat seks vanzelf en spontaan moet gaan. Maar seks en seksualiteit gaan ook over communicatie. Consent en afstemming zijn belangrijk in een relatie en ook tijdens de seks. Als je hier met je partner over praat, kun je aangeven wat jij fijn en lekker vindt en dan kan de ander dat ook aangeven. Dat kan in het begin spannend zijn, maar het goede nieuws is dat je het kunt leren. Door over je wensen en grenzen te praten, kun je aan je partner laten weten wat jij fijn vindt. En kun je ontdekken hoe je partner daar over denkt. Je partner kan in zo’n gesprek ook vertellen wat hij/zij/die fijn en prettig vindt.
Weet jij nog niet precies wat jouw wensen en grenzen zijn? Neem dan eens een rustig moment en denk na over wat jij fijn zou vinden in je relatie en je seksleven en waar je echt niet aan zou willen beginnen. Als je dat lastig vindt, kan het helpen om te beginnen bij wensen en grenzen in je dagelijks leven.
Je wensen in de relatie kunnen gaan over hoe je met elkaar omgaat. Het kan zijn dat je graag samen met je partner iets wilt ondernemen, terwijl jullie een druk gezin hebben. Het kan ook zijn dat je graag wilt dat je partner ook eens initiatief neemt om te vrijen. Je kunt wensen hebben over wat je fijn vindt tijdens seks, bijvoorbeeld waar je aangeraakt wilt worden bij het vrijen, wanneer of hoe vaak je zou willen vrijen of over het uitvoeren van seksuele fantasieën. Daarbij zijn er vast ook dingen die je echt niet wilt, je grenzen. Het is ook belangrijk om die duidelijk aan te geven.
Aangeven wat je wilt
Uitleggen wat je fijn vindt kan met en zonder woorden. Je kunt bijvoorbeeld ook de handen van je partner wegduwen of ze juist sturen naar waar jij aangeraakt wil worden. Als je ontevreden bent is het vaak moeilijk om dat aan te geven. Probeer het dan altijd positief te benaderen en kijk naar wat je wel zou willen.
Hoe leg je aan je partner uit wat jij fijn vindt in een seksuele relatie? Je kunt de ander vertellen wat je behoeftes, wensen of fantasieën zijn. Zo laat je partner weten wat je wilt. Het is natuurlijk wel belangrijk om daarna te vragen wat de ander ervan vindt. Je zegt dan “het lijkt me leuk om iets nieuws uit te proberen, heb jij daar ook zin in?” of: “zullen we samen ….”. Dan kan je partner reageren en komt er een gesprek op gang.
Schrijf allebei je wensen of verlangens op losse briefjes. Ze kunnen over allerlei dingen gaan, bijvoorbeeld: “ik vind het fijn als je mijn haar streelt” of “ik vind het opwindend als je me uitdaagt”, maar ook “ik geniet van ontbijt op bed”. Doe de briefjes in twee schalen en haal om de beurt een briefje uit de schaal van je partner. Lees de wens of fantasie voor en laat de ander vertellen waarom hij/zij deze wens heeft. Je kunt hier ook een spelletje van maken door iedere dag een briefje uit de schaal van je partner te trekken en de wens te gaan uitvoeren. Staat er bijvoorbeeld ‘ik vind het fijn als je me in mijn nek zoent’, dan ga je dat doen.
Zonder woorden laten merken wat je wilt
Niet alles wat je graag wilt hoef je te zeggen. Je kunt de ander ook zonder woorden duidelijk proberen te maken wat je wilt. Een paar voorbeelden:
- Je kunt de hand van je partner tijdens het vrijen sturen naar de plek waar jij graag aangeraakt wilt worden: je hals, je buik of misschien wel je voeten.
- Je kunt zelf initiatief nemen om te vrijen op een manier, waar jij op dat moment zin in hebt, bijvoorbeeld elkaar heel zachtjes of juist stevig aanraken.
- Je kunt een toespeling maken, bijvoorbeeld: “Er zijn mensen die het leuk vinden om te kijken terwijl de ander zichzelf vingert of aftrekt. Hoe lijkt jou dat?”
Op deze manier je wensen duidelijk maken is niet altijd makkelijk. Misschien begrijpt je partner het niet of vat hij/zij het verkeerd op. Je zult dus zelf moeten ontdekken of dit voor jullie werkt.
Ontevredenheid positief formuleren
Als je ontevreden bent in je (seksuele) relatie, is het goed om hierover duidelijk en op een positieve manier te communiceren met je partner. Wat zit je precies dwars en hoe zou je het dan wél willen? Bespreek dit met je partner. Doe voorstellen en vertel ook wat je van je partner zou willen. Eerlijkheid is belangrijk, maar bedenk dat je partner zich hierdoor ook gekwetst of onzeker kan voelen. Wees dus altijd voorzichtig!
Wat wil de ander?
Bij seks gaat het niet alleen om je eigen wensen en verlangens, maar natuurlijk ook om die van de ander. Dat geldt voor een vaste relatie, maar ook voor een one-night-stand. Hoe kom je achter de wensen van de ander en hoe weet je wat je partner juist niet wil? De meeste directe manier is om het aan je partner te vragen. Vraag bijvoorbeeld: “Waar heb jij zin in?”. Dat kan gaan over iets in je relatie of iets in seks. Voor sommige partners is vragen te direct. Ze weten zelf niet goed wat ze willen, ze voelen zich voor het blok gezet of vinden het lastig om het zo direct te uiten. Een alternatief is dan om zelf iets voor te stellen “Het lijkt me leuk om …, heb jij daar ook zin in?” of “Zullen we samen ….”.
Check wat de ander wil
Misschien weet je al wat de ander wil of denk je dat je het weet. Dan kan het geen kwaad om dit te checken. Daarmee kun je een hoop misverstanden voorkomen. Vraag bijvoorbeeld: “Klopt het dat je zin hebt om ….” of “De vorige keer vond je dit prettig, zal ik dat nu weer doen?”. De lichaamstaal van je partner spreekt vaak ook boekdelen. Kijk goed hoe de ander reageert als jij iets doet of als jij een voorstel doet om iets te proberen. Deze signalen zijn echter niet altijd even duidelijk. Ben je er niet zeker van wat het signaal betekent, check dit dan bij de ander.
Lichamelijke signalen die vaak duiden op ‘ja, ik wil’:
- De ander zegt ja.
- De ander zoekt oogcontact met je en flirt met je.
- De ander laat zien het fijn te vinden om je aan te raken, bijvoorbeeld enthousiast met zoenen, knuffelen en tegen je aan komen liggen.
- De ander neemt initiatief om seks te hebben, probeert je te verleiden.
- Tijdens het vrijen maak de ander geluid, ademt zwaar, wordt opgewonden: vrouwen worden vochtig, mannen krijgen een erectie.
Lichamelijke signalen die vaak duiden op ‘nee, ik wil niet’:
- De ander zoent niet terug of reageert niet op andere aanrakingen.
- De ander draait zijn/haar lichaam van je af, vermijdt contact met je.
- Tijdens het vrijen wordt de ander niet opgewonden (maakt weinig geluid, heeft geen zware ademhaling, weinig beweging).
- Niet lichamelijk, maar wel een mogelijk signaal: de ander verzint steeds redenen om geen seks te hebben (bijvoorbeeld ik heb nog zoveel te doen, de kinderen komen zo thuis of mijn hoofd staat er niet naar).
Luister naar je partner
Misschien een open deur, maar luisteren is belangrijk. Soms staan we niet open voor wat de ander zegt of horen we wat we willen horen. Een ‘nee’ kun je interpreteren als een ‘misschien straks wel’ en een ‘nu niet’ wordt al snel een ‘later dus wel’. Respecteer dat de ander andere grenzen heeft dan jij. Dat levert vaak voor jezelf ook meer op dan overhalen en doordrukken. Je vindt het zelf toch ook fijner als je partner jou de vrijheid geeft om je eigen tempo en voorkeuren te volgen? Jouw partner moet natuurlijk ook jouw grenzen respecteren.
Samen op ontdekkingstocht
Je kunt er ook al doende achter komen wat de ander wil. Samen op ontdekkingstocht dus, bijvoorbeeld met oefeningen. Ook hierbij is het belangrijk dat je blijft afstemmen met je partner. Is het nog steeds leuk? En vindt de ander dat ook?
Grenzen aangeven
Iedereen heeft grenzen. Ook grenzen zijn per persoon verschillend en kunnen per keer en per moment verschillen. Grenzen kun je meestal voelen bij jezelf. Vaak merk je aan je lichaam dat je iets niet prettig vindt, ook in niet-seksuele situaties. Bijvoorbeeld als het heel druk is en je met te veel mensen in een ruimte staat, zoals een lift of het openbaar vervoer. Vaak voelen we dan spanning in ons lichaam en proberen we de afstand toch iets te vergroten door een stapje naar achteren te zetten of geen oogcontact te maken. Het is belangrijk te leren om je grenzen aan te geven. Hoe doe je dat?
Een grens is letterlijk een scheidslijn, bijvoorbeeld de grens tussen twee landen of tuinen. In het gebied binnen de grens gelden eigen wetten, regels, waarden en normen. Soms wordt er ook een eigen taal gesproken. Er bestaat ook zoiets als een persoonlijke grens. Je persoonlijke ruimte, een denkbeeldige cirkel die je om jezelf heen kunt trekken, waar een ander niet zomaar in mag komen.
De persoonlijke grens kan veranderen per persoon, situatie en moment. Zo wil je bijvoorbeeld met de ene persoon wel zoenen en met de andere niet. Zou je dat toch doen, dan ga je over je grens heen. Als iemand jou zoent als je dat niet wilt, gaat deze persoon over jouw grens heen. In je thuissituatie kun je je vrijer voelen om je partner te zoenen dan ergens anders. Ga je in het openbaar zoenen, terwijl je dat eigenlijk niet wilt, dan ga je over je grens heen. Daarbij heb je de ene keer wel zin in zoenen met je partner en de andere keer niet. Hebben jullie net ruzie gehad en probeert je partner jou te zoenen, dan wil je dat misschien niet. Je partner gaat dan over jouw grens heen. Dit betekent dus:
- Jouw grenzen en die van een ander kunnen verschillen. Jouw grens ligt bijvoorbeeld tijdens een eerste date bij zoenen, terwijl de grens bij een ander ligt bij beffen of aftrekken.
- Er is een grijs gebied is tussen wel willen en niet willen. Dat kan verwarrend zijn voor jezelf en de ander.
- Je weet niet altijd van tevoren wat je grens is. Vaak weet je dat pas op het moment zelf, of achteraf.
- Je kunt ervoor kiezen om iets te doen wat je niet prettig vindt, maar wat in een bepaalde situatie wel passend of noodzakelijk is, zoals een inwendig onderzoek door een arts.
- Binnen een relatie of huwelijk kunnen mensen ook grenzen overschrijden.
Vrouwen én mannen
Ieder mens heeft grenzen op het gebied van intimiteit en seks, ongeacht je gender en je seksuele aantrekking. Er bestaan mythes over wat mannen en wat vrouwen willen als het om seks gaat, zoals: ‘mannen hebben altijd zin in seks’ en ‘mannen moeten altijd het initiatief nemen’ . Of ‘vrouwen worden minder snel opgewonden worden’ en ‘vrouwen kunnen moeilijker een orgasme krijgen’ Deze mythes zijn hardnekkig, maar zijn ook niet waar. Mannen willen echt niet altijd seks en ook echt niet met elke willekeurige partner. Uit onderzoek (onder andere van Ellen Laan) weten we dat mannen en vrouwen biologisch gezien niet veel van elkaar verschillen als het gaat om voorwaarden om opgewonden te worden en een orgasme te krijgen. Wat wel verschilt, is hoe we naar mannelijk en vrouwelijk genot kijken, en de verwachtingen die we hebben van hoe mannen en vrouwen zich horen te gedragen.
Iedereen heeft recht op eigen voorkeuren en grenzen in bed. Het is niet zo dat een hetero altijd alleen geslachtsgemeenschap zou moeten hebben, een homo- of biseksuele man altijd anale seks en een lesbische of biseksuele vrouw altijd orale seks. Je wilt ook niet elke dag hetzelfde eten. Juiste de afwisseling en variatie maakt het leuk en spannend.
Je eigen grens leren kennen
Je moet eerst weten waar je eigen grens ligt. Van sommige situaties weet je dat van tevoren, omdat je dat eerder hebt meegemaakt of omdat die grens heel duidelijk is, zoals bij aanranding of verkrachting. Vaker merk je pas op het moment zelf dat iets niet oké voelt: je hebt een ‘nee-gevoel’. Je partner gaat over je grens. Van een ‘nee-gevoel’ word je onzeker, onrustig of je voelt je niet prettig. Soms voel je het in je lijf. Je schouders raken dan gespannen, je gaat oppervlakkiger ademhalen, je doet letterlijk een stapje achteruit. Het kan ook gewoon niet goed voelen. Sommige mensen hebben moeite om dit gevoel bij zichzelf op te merken. Leer daarom te luisteren naar de signalen van je lichaam en je gevoel. Vraag jezelf af wanneer iets wel oké voelt en wanneer niet. Waar in je lichaam voel je dat en hoe merk je dat? Als je dat lastig vindt, kun je beginnen bij alledaagse situaties.
Je eigen grens serieus nemen
Als je voelt dat je een grens bereikt, is de volgende stap om niet over die grens heen te gaan of te laten gaan. Veel mensen hebben er moeite mee om hun eigen grenzen serieus te nemen. Ze zijn bijvoorbeeld bang om de ander teleur te stellen of voor gek te zetten, of ze zijn bang dat de ander hen preuts vindt of boos wordt. De volgende gedachten kunnen je helpen:
- Als de ander bij je weg gaat omdat jij een grens trekt, is diegene jou niet waard.
- Als je A zegt, hoef je geen B te zeggen: zoenen betekent niet dat je automatisch verder moet gaan en lig je bij iemand in bed betekent dat niet automatisch dat je seks wilt, of je nu een relatie hebt, getrouwd bent of losse contacten hebt. Zelfs als je een seksdate hebt gemaakt of specifiek op een sekslocatie bent, kan het zijn dat je je partner toch ineens niet aantrekkelijk meer vindt of je het niet meer leuk vindt.
- Je bent niet preuts als je iets niet wilt.
- Duidelijkheid doet vaak minder pijn dan onduidelijkheid. ‘Ja’ zeggen terwijl je ‘nee’ bedoelt, kan leiden tot misverstanden. Je bent dan onduidelijk over je grenzen en dat kan pijnlijk of verwarrend zijn.
- Verplaats je in je partner. Hoe zou jij het vinden als je partner tegen zijn of haar zin iets zou doen om jou te plezieren? Niet fijn, toch?
Een goed filmpje wat hier bij aansluit: ”Toestemming: zo simpel als thee”
Je grenzen duidelijk maken
Wees zo duidelijk mogelijk. Geef aan wat je niet wilt: dit wil ik niet”, en geef ook aan wat je van de ander wilt of verwacht: “ik wil dat je daarmee stopt”. Het duidelijk aangeven van grenzen kan helpen, maar onthoud ook dat het nooit jouw schuld is als iemand over je grens gaat.